Reglement IX: Civiel beleid


1. Algemene bepalingen
2. Adelstand
3. Veteraneninstituut
4. Koninklijk Huis
5. Koninklijk Paleis
HOOFDSTUK 1 - Algemene bepalingenArtikel 1 - Definitie
Het civiel beleid is de verzameling van regelingen en richtlijnen omtrent de verschillende burgers die in het Ministerie van Defensie participeren. Deze zijn ingedeeld in de Adelstand, het Veteraneninstituut (VI) en het Koninklijk Huis (KH).
Artikel 2 - Contractbeginsel
Door onderdeel uit te maken van één of meerdere bovengenoemde groepen, gaat u automatisch akkoord met alle reglementen beschreven in dit document.
Artikel 3 - Sanctionering en ontzegging
1. Het bestuur behoudt zich het recht lidmaatschap van één van de drie groepen te ontzeggen wanneer het reglement gebroken wordt.
2. Het bestuur, de krijgsmachtleiding en de Koninklijke Marechaussee behouden zich het recht één of meerdere privileges van een individu in één van deze groepen tijdelijk te ontzeggen wanneer het reglement gebroken wordt.
Artikel 4 - Habbo- en kamerregels
Ieder persoon welke deel uitmaakt van de bovengenoemde dient zich te houden aan de algemene Habbo regels binnen de kamers van het Ministerie van Defensie, én daarbuiten waar hij/zij het Ministerie van Defensie en/of Het Koninklijk Huis vertegenwoordigt. Hiernaast dienen zij zich te houden aan de gestelde kamerregels op het grondgebied van het Ministerie van Defensie.
Artikel 5 - Verstoren militaire orde
Leden van de bovengenoemde groepen hebben het recht om zich niet te houden aan de regels van de militaire acht. Echter mogen ze deze acht niet verstoren door middel van onnodig rondlopen, onnodig spammen/praten en of enige andere vorm van verstoring van de militaire orde. Verder zijn officieren ook toegestaan op het aanspreken van edellieden bij het overtreden van regels en/of het verstoren van de militaire orde. Deze officier kan het voorval dan melden bij de Koninklijke Marechaussee of een bestuurslid voor eventuele verdere sancties.
Artikel 6 - Inmengen bedrijfsvoering
Leden van de Adelstand, het Veteraneninstituut en het Koninklijke Huis mogen zich tijdens hun verblijf in de kazerne van het Ministerie van Defensie niet mengen in de bedrijfsvoering en/of taken van militairen trachten te verrichten.
HOOFDSTUK 2 - Adelstand
Artikel 7 - Definitie
De adelstand is de overkoepelende groep van vijf adellijke titels (jonkheer/-vrouw, ridder, baron, graaf en markies) die aan te kopen zijn voor een creditprijs. Op deze manier kunnen burgers participeren in het Ministerie van Defensie zonder lid te hoeven zijn.
Artikel 8 - Betreden van het hoofdkwartier
Edellieden zijn toegestaan het hoofdkwartier van het Ministerie van Defensie te betreden zolang de regels van het voorkomen gevolgd worden, en men geen andere regels aan het overtreden is en/of overtreden heeft. Zowel de Koninklijke Marechaussee als leden van het bestuur zijn bevoegd de toegang ten alle tijde te ontzeggen.
Artikel 9 - Betreden van andere terreinen
1. Hij/zij die wenst de andere kamers gelinkt tot het hoofdkwartier via teleporters die behoren tot het Ministerie van Defensie te betreden, zal dit moeten doen in aanwezigheid en met de toestemming van een bestuurslid of een militair met een rang van hoofdofficier of hoger.
2. Een uitzondering op lid 1 is het bijwonen van een brevet óf evenement voor Baron of hoger. Bij deze zaken dient enkel een akkoord verworven te worden van de brevetgever óf evenement host en de wachtcommandant. Bij afwezigheid van de wachtcommandant dient een akkoord verworven te worden bij een officier.
Artikel 10 - Verblijf
1. Edellieden die het hoofdkwartier van het Ministerie van Defensie betreden dienen zich te verplaatsen naar de (Half-)afwezigheidsruimte of de officierenruimte. De edellieden hebben zelf de keuze tussen deze twee ruimtes. Een uitzondering hierop bestaat voor de edellieden met de rang 'Markies' die wel aan de balie mogen plaatsnemen zolang ze dan ook de regels van de militaire acht volgen en hiermee geen onrust of belemmering veroorzaken en ze hiermee geen plaats opnemen van militairen. De wachtcommandant kan de Markies vragen zich te verplaatsen naar de afwezigheidsruimte of de officierenruimte mocht er belemmering zijn. Tijdens de acht zal de Markies aan de balie dus ook moeten zwijgen, recht staan, niet draaien en niets vast houden.
2. Edellieden dienen niet onnodig recht te staan of rond te lopen over het grondgebied van het Ministerie van Defensie.
3. Plaatsnemen in andere faciliteiten dan de (half-)afwezigheidsruimte/officierenruimte op het grondgebied van het Ministerie van Defensie is niet toegestaan, tenzij een lid van het bestuur of de Koninklijke Marechaussee hier toestemming voor geeft.
Artikel 11 - Het voorkomen
1. Edellieden die zich wensen te begeven en begeven op het grondgebied van het Ministerie van Defensie, of enige kamers verlinkt tot het Ministerie van Defensie, horen zich aan de kledingregels te houden beschreven in het officieel document 'Kledijvoorschriften : Adel'.
2. De adel dient de kledij ten alle tijden te veranderen indien een lid van het bestuur, Koninklijke Marechaussee of krijgsmachtsleiding hiernaar vraagt. Verdere details zijn te vinden in het officieel document 'Kledijvoorschriften : Adel'.
3. Edellieden die wensen het terrein van het Ministerie van Defensie te betreden zijn verplicht de groepsbadge van de adelgroep te bezitten. Men is dan ook verplicht deze badge te bezitten ten alle tijde dat men zich bevindt op het grondgebied van het Ministerie van Defensie.
4. Edellieden die medailles en/of onderscheidingen ontvangen hebben tijdens een voormalige werkloop bij het Ministerie van Defensie mogen deze medailles en/of onderscheidingen ook dragen op het grondgebied van het Ministerie van Defensie.
Artikel 12 - Ontnemen en aanpassen van adellijke privileges
Leden van het bestuur hebben ten alle tijden het recht om één, meerdere of alle privileges van individuele en/of meerdere edellieden, adellijke groepen of de gehele adel te ontnemen, veranderen en/of toe te voegen. Voor het uitvoeren van deze acties is het Ministerie van Defensie niet verplicht aan enige vorm van een schadevergoeding of terugbetaling te voldoen.
Artikel 13 - Adellijke privileges
Jonkheer/vrouw
1. Recht op het betreden van het hoofdkwartier van het Ministerie van Defensie via de schildwacht.
2. Toegang tot de Officiers- en (half-)Afwezigheidsruimte in het hoofdkwartier van het Ministerie van Defensie.
3. Recht op toepassing volgens de gekochte titel.
Ridder
1. Alle voorgaande rechten.
2. Recht op het betreden van het hoofdkwartier van het Ministerie van Defensie via de groepspoort.
3. Recht op een geregistreerd en geactiveerd account op het forum.
4. Toegang tot de boards 'Defensie', 'Onzin voor je leven', en 'Adelstand'.
Baron
1. Alle voorgaande rechten.
2. Toegang tot evenementen (bij onvoldoende ruimte in de kamer zal altijd de voorrang verleend worden aan militairen).
3. Toegang tot brevetten en trainingen indien toestemming van de WC en instructeur van de gegeven training en/of brevet.
4. Toegang tot ruimtes op het grondgebied van het Ministerie van Defensie onder begeleiding van een hoofdofficier.
5. Recht op het betreden van de bar van het Ministerie van Defensie via de groepspoort.
6. Toegang tot de boards 'Evenementen en trainingen'.
Graaf
1. Alle voorgaande rechten.
2. Toegang tot het chatprogramma van het Ministerie van Defensie.
3. Toegang tot de kanalen '#algemeen', '#onzin-voor-je-leven', '#gaming', '#koffiebuddies' en '#adelstand'.
4. Toegang tot de boards 'Nieuws en mededelingen' (sub-board: 'Nieuwsbladen'), 'Suggesties en discussies' en 'Krijgstucht en regels'.
5. Recht op het linken van zijn/haar kamer met het nog te bouwen Koninklijk Paleis dat toegang verleent tot de binnenplaats vanwaar je naar het hoofdkwartier kan gaan.
Markies
1. Alle voorgaande rechten
2. Recht op het bijwonen van ceremonies van het Ministerie van Defensie (bij onvoldoende ruimte in de kamer zal altijd de voorrang verleend worden aan militairen).
3. Het volgen van colleges georganiseerd door de Faculteit Militaire Wetenschappen.
4. Recht om plaats te nemen aan de balie zolang de militaire acht-regels gevolgd worden.
Artikel 14 - Benoeming
1. Een adellijke rang kan worden gekocht door een betaling van het bijbehorend aantal credits aan een lid van het bestuur.
a. Jonkheer/vrouw: 50 credits
b. Ridder: 100 credits
c: Baron: 150 credits
d: Graaf: 200 credits
e: Markies: 250 credits
2. Iedere militair, van de rang korporaal of hoger, kan tijdens zijn dienst of tot 7 dagen na ingang van zijn Eervol Ontslag of desertie eenmalig een adellijke rang kopen voor 80% van de op dat moment geldende prijs.
3. Bestuursleden hebben het recht om personen met een adellijke rang te benoemen voor inzet en trouw aan het Ministerie van Defensie.
Artikel 15 - Weigering van deelname voor edellieden
Militairen hebben altijd het recht edellieden te weigeren bij een brevet of training indien zij dit beter achten.
Artikel 16 - Beperkingen edellieden
1. Het is verboden voor edellieden om willekeurige mensen via het Koninklijk Paleis naar de basis mee te nemen.
2. Het is toegestaan voor maximaal één baron (of hoger) om de bar te bemannen op het zelfde tijdstip. De Marechaussee is bevoegd edellieden die plaatsnemen achter de bar te vragen de bar tijdelijk te verlaten.
3. Het is verboden voor edellieden om plaats te nemen in de Schildwacht, Wachtsergeant, Wachtcommandant of enige andere positie in de basis, tenzij anders vermeld in reglement IX of reglement II.
HOOFDSTUK 3 - Veteraneninstituut
Artikel 17 - Definitie
Het Veteraneninstituut (VI) is de organisatie voor veteranen. Militairen die uit dienst treden kunnen zich aanmelden voor het Veteraneninstituut waardoor ze na goedkeuring als burger kunnen blijven participeren in MinDef. Voormalig militairen worden op deze manier bedankt voor hun noemenswaardige staat van dienst en krijgen in ruil daarvoor ook enkele privileges. VI staat onder het administratief beheer van DCWS.
Artikel 18 - Toelatingsvoorwaarden
1. De persoon moet zich (laten) aanmelden voor het VI.
2. De persoon moet zich hebben ingezet voor het Ministerie van Defensie gedurende een totale periode van 12 maanden.
3. De persoon is niet werkzaam bij een ander bedrijf tenzij deze bondgenoot is van het Ministerie.
4. Akkoord uit een stemming van: Commandant der Strijdkrachten, betrokken krijgsmachtsleider en betrokken Commandant/Directeur van diens laatst gediende vakgebied/departement op basis van (HQ-)activiteit, geleverde prestaties en dienstverleden.
4.1. Het laatst gediende vakgebied/departement wordt gedefinieerd als het huidige vakgebied/departement, of indien meerdere, het huidige vakgebied/departement waarvan de aanvrager het langste lid is.
4.2. Indien niet lid van een vakgebied/departement op het moment van uitdiensttreden wordt gekeken naar het laatste vakgebied/departement tot 30 dagen terug.
4.3. Indien niet lid van een vakgebied/departement tot 30 dagen terug vanaf het moment van uitdiensttreden dient enkel toestemming van de Commandant der Strijdkrachten en betrokken krijgsmachtsleider te worden verkregen. Deze dienen het unaniem eens te zijn voor acceptatie.
Artikel 18bis - Legerwereldveteranen
Onafhankelijk van de reguliere voorwaarden kunnen leden van het Bestuur, Koning der Nederlanden en Prins der Nederlanden veteranen van de legerwereld toelaten tot het Veteraneninstituut.
Artikel 19 - Badge
Om binnen de kazerne te verblijven dient men de badge van het Veteraneninstituut te bezitten conform reglement V.
Artikel 20 - Kledij
Om binnen de kazerne te verblijven dient men zich aan de kledingvoorschriften voor het Veteraneninstituut conform reglement V te houden.
Artikel 21 - Privileges
1. Toegang tot de Officiers- en (Half-)Afwezigheidsruimte.
2. Recht om plaats te nemen aan de balie, zolang de militaire acht-regels gevolgd worden.
3. Toegang tot de bar in het hoofdkwartier van het Ministerie van Defensie.
4. Mag aanwezig zijn bij loonavonden (geen loon ontvangen), ceremonies, evenementen, etc. (bij onvoldoende ruimte in de kamer zal altijd de voorrang verleend worden aan militairen).
5. Recht op een geregistreerd en geactiveerd account op het forum.
6. Toegang tot de boards 'Defensie', 'Onzin voor je leven', 'Evenementen en trainingen', 'Nieuws en mededelingen' (sub-board: 'Nieuwsbladen'), 'Suggesties en discussies' en 'Krijgstucht en regels'.
7. Toegang tot het chatprogramma van het Ministerie van Defensie en de volgende kanalen daarbinnen: '#algemeen', '#onzin-voor-je-leven', '#gaming', '#koffiebuddies', '#hooligans', '#marktplaats', '#minecraft' en '#veteranenchat'.
8. Recht op het volgen van colleges georganiseerd door de Faculteit Militaire Wetenschappen.
HOOFDSTUK 4 - Koninklijk Huis
Artikel 22 - Koningshuis
1. Het Koningshuis is een losstaand onderdeel binnen het Ministerie van Defensie. Het koningshuis staat onder leiding van de koning, respectievelijk aangevuld door prinsen, groothertogen en hertogen. Het koningshuis en haar leden hebben geen standaard verantwoordelijkheden, taken of zeggenschap binnen het Ministerie van Defensie. Wel heeft de koning als enige de uitzonderlijke bevoegdheid de minister uit zijn functie te ontheffen wanneer hier een absolute noodzaak voor is. Verder fungeert het koningshuis als een vrijblijvend adviesorgaan aan het bestuur. De koning en prinsen hebben in deze rol volledige toegang en inzage over het gehele grondgebied van het Ministerie van Defensie en zowel de koning en prinsen als het bestuur kunnen steeds een informatief onderhoud met elkaar aanvragen. Geen van beide partijen kan elkaar echter ooit iets bindend opleggen. Overige leden van het koningshuis hebben deze privileges niet.
2. De koning stelt steeds zijn eigen opvolger aan.
2.1. Wanneer door speciale omstandigheden de koning niet in staat is om een nieuwe koning aan te stellen, maar hier wel een noodzaak toe is, zal deze bepaald worden door een meerderheidsstemming binnen het bestuur, geadviseerd door prinsen. Bij een ex aequo wordt de krijgsmachtleiding betrokken bij de meerderheidsstemming.
3. Overige leden van het koningshuis worden aangesteld door de koning of, bij expliciet mandaat, door de minister op basis van hun bewezen diensten en onberispelijke loyaliteit.
3.1. De titel van prins is enkel toegankelijk voor voormalige bestuursleden. De koning en minister maken automatisch aanspraak op deze titel bij hun eervol aftreden of uitdiensttreden. Bij overige bestuursleden wordt dit op individuele basis bepaald.
3.2. De titel van groothertog is enkel toegankelijk voor voormalige bestuursleden. Bestuursleden die minstens zes maanden deel uitmaakte van het bestuur maken automatisch aanspraak op deze titel bij hun eervol uitdiensttreden. Bij overige bestuursleden wordt dit op individuele basis bepaald.
3.3. De titel van hertog is enkel toegankelijk voor voormalige krijgsmachtleiders. Krijgsmachtleiders die minstens zes maanden deel uitmaakte van de krijgsmachtleiding of hogere organen maken automatisch aanspraak op deze titel bij hun eervol uitdiensttreden. Bij overige krijgsmachtleiders wordt dit op individuele basis bepaald.
3.4. In speciale omstandigheden kunnen ook andere voormalige leden van het Ministerie van Defensie aangesteld worden als hertog als ultieme beloning voor hun uitzonderlijke bewezen diensten en loyaliteit aan het Ministerie van Defensie. Aanbevelingen hiervoor kunnen gemaakt worden door prinsen of leden van het bestuur.
4. De koning kan leden uit het koningshuis zetten bij het vaststellen van zware misdaden of wanneer deze leden gevaarlijk en/of schadelijk zijn voor het Ministerie van Defensie of haar leden. De koning kan ook leden degraderen in titel of bepaalde toegangs- en/of inzagerechten beperken wanneer dit nodig is voor de veiligheid van het Ministerie van Defensie.
4.1. Wanneer de koning onbeschikbaar is maar er een onmiddellijke noodzaak is voor maatregelen zoals genoemd in lid 4 van dit artikel kan het bestuur deze nemen bij unaniem besluit.
5. Het zijn van koning mag gecombineerd worden met de functie van minister maar met geen enkele andere functie binnen het Ministerie van Defensie. Verder mag je, wanneer je in dienst bent als lid van het koningshuis, geen gebruik maken van je privileges en bevoegdheden geschonken door dit koningshuis tot je weer uit dienst bent.
Artikel 23 - Communicatie vanuit het koningshuis
1. Leden van het koningshuis mogen geen officiële verklaringen afleggen in naam van het Ministerie van Defensie zonder goedkeuring van de minister. De koning mag wel officiële verklaringen afleggen namens het koningshuis zelf.
2. Het koningshuis en haar leden blijven gebonden aan het beroepsgeheim. Aldus mogen leden van het koningshuis niet communiceren over informatie die ze verkregen hebben door middel van hun koninklijke titel. Dit kan enkel met expliciete toestemming van de minister.
3. Ernstige of herhaaldelijke inbreuken op lid 1 of 2 kan leiden tot sancties zoals gesteld in artikel 19 lid 4 van dit reglement.
Artikel 24 - Activiteit en bereikbaarheid van het koningshuis
1. De koning dient steeds bereikbaar te blijven voor noodgevallen. De minister dient de koning steeds binnen maximaal 5 dagen te kunnen bereiken. De krijgsmachtleiding dient de koning steeds binnen maximaal 14 dagen te kunnen bereiken.
2. Prinsen hebben geen vereisten op vlak van activiteit of bereikbaarheid. Wel kunnen hun toegangs- en/of inzagerechten uit veiligheidsoverwegingen tijdelijk beperkt worden wanneer ze 3 maanden of langer volledig onbereikbaar en inactief zijn, zoals vastgelegd in artikel 19 lid 4 van dit reglement.
3. Hertogen en groothertogen hebben geen vereisten op vlak van activiteit of bereikbaarheid.
Artikel 25 - Uitzonderlijke afzettingsprocedure
1. Zowel de minister als de koning kunnen elkaar, door middel van de uitzonderlijke afzettingsprocedure, uit hun functie ontzetten wanneer aan minstens één van de volgende voorwaarden is voldaan:
a. Er is sprake van een ongeoorloofde afwezigheid. Deze ontstaat wanneer de persoon in kwestie voor een zeer lange periode (langer dan 3 maanden) volledig onbereikbaar/inactief is zonder dat dit vooraf werd besproken.
b. Er is sprake van een betrokkenheid bij een zware misdaad of illegale activiteit, zijnde dat op Habbo of in de echte wereld, dewelke onacceptabel is binnen het ministerie van defensie.
c. Er is sprake van ernstig machtsmisbruik.
d. Er is sprake van een zware nalatigheid of ernstig wanbeleid waardoor het succesvol voortbestaan of de identiteit van het ministerie van defensie ernstig in gevaar komt.
e. Er is sprake van een ernstig aantoonbaar gevaar voor het Ministerie van Defensie en/of haar leden waarvan de persoon in kwestie aan de oorzaak ligt.
2. Een afzettingsprocedure dient steeds het laatste redmiddel te zijn en dient voorafgegaan te zijn door alle mogelijke alternatieve oplossingen. Het dient steeds een weloverwogen en gemotiveerde keuze te zijn. Deze motivatie dient achteraf ook publiekelijk gedeeld te worden binnen het ministerie van defensie.
3. Een afzettingsprocedure dient dient steeds voldoende steun te genieten binnen het ministerie van defensie. Er wordt gesproken van voldoende steun wanneer deze voortvloeit vanuit het voltallige bestuur/KML, uitgezonderd de persoon die wordt afgezet, of vanuit de meerderheid van de personeelsleden van het ministerie van defensie.
4. Niemand anders kan de koning of minister ontheffen uit hun functie.
HOOFDSTUK 5 - Koninklijk Paleis
Artikel 26 - Definitie
Dit reglement beschrijft de verschillende procedures en regels binnen het paleis van het Ministerie van Defensie.
Artikel 27 - Grondgebied
Het paleis en de bijbehorende kamers, die gelinkt zijn aan het paleis, vallen onder het grondgebied van het Ministerie van Defensie. Alle wetten en regels, zoals genoemd op het board Krijgstucht en regels, gelden dan ook in het paleis en de bijbehorende kamers.
Artikel 28 - Kamer aansluiten aan het paleis
1. Kamers van Graaf of hoger kunnen gelinkt worden aan het Paleis.
2. Graaf of hoger die hun kamer willen laten linken dienen zelf een voordeurteleporter te regelen en te overhandigen aan MinDef_DMO.
3. Het bestuur of de Directeur Defensie Materieel Organisatie kan beslissen om de kamer niet aan te sluiten als het niet voldoet aan de eisen zoals genoemd in artikel 34.
Artikel 29 - Eisen aan de kamers
1. De kamer dient een bel of wachtwoord op de deur te hebben.
2. Er mogen geen kamers van derden gelinkt zijn aan de kamer óf gelinkte kamers van de Graaf of hoger zelf zonder deurbel of wachtwoord.
3. De teleporter die gelinkt wordt aan het paleis moet een voordeurteleporter zijn.
4. De kamer bevat geen ongepaste foto's of bouwwerken (e.g. hakenkruizen).
5. Het bestuur, de Directeur Defensie Materieel Organisatie of de Koninklijke Marechaussee moet de mogelijkheid hebben om de kamer te inspecteren (e.g. geen kickwired).
Artikel 30 - Verwijdering van kamers
1. Zowel het bestuur als de Directeur Defensie Materieel Organisatie is bevoegd om (tijdelijk) gelinkte kamers niet meer te laten linken aan het paleis bij misbruik van de privilege óf voor het niet meer voldoen aan de eisen zoals benoemd in artikel 34.
a. De Directeur Defensie Materieel Organisatie mag voor een maximale periode van 72 uur een kamer verwijderen uit het kamernetwerk.
b. Enkel het bestuur mag een kamer verwijderen uit het kamernetwerk voor een periode langer dan 72 uur of dit toestaan bij mandaat.
2. Bij een definitieve verwijdering kan de teleporter binnen 14 dagen opgehaald worden. Na deze 14 dagen is het niet langer mogelijk om de teleporter terug te krijgen.

Zoals aangepast en ondertekent door:
manta-ray, Directrice Juridische Zaken
« Laatst bewerkt op: door Ambt. Tom_Aet »

Deze discussie is gesloten.